Wat is OBESCAR? Lees het hier

Zijn de maatregelen bindend?

Nee, ondanks dat het grondbeginselen zouden moeten zijn is het afhankelijk in welke tak van sport je bezig bent, een slotenmaker zal het bouwkundig bekijken en een alarm installateur elektronisch. Wat resulteert in vaak eenzijdig beveiligingsplannen. Zakelijk gezien ook wel logies.  Wat we vaak horen van E- installateurs is;  ‘alle bouwkundige maatregelen gaan áf van de elektronische budgetten dus dáár doen we niets aan’.

Waar staan de letters voor en waarom deze volgorde?

Het geeft de volgorde van beveiliging aan, vanuit de gedachte dat hoe hóger de risico`s, hoe meer maatregelen er toegepast moeten worden.

O – staat voor organisatorisch:

Deze maatregel is gratis en betekend dat wat u zelf, veelal op eenvoudige wijze kunt doen om een inbraak te voorkomen. Zaken als , sluit ramen en deuren, doe een sluitronde en berg u waardevolle spullen goed op.

B – Bouwkundige maatregelen:

Daaronder valt, stevige ramen, deuren en kozijnen, het inbraakvertragende hang- en sluitwerk, solide rolluiken en stevig traliewerk. Alles vanzelfsprekend op correcte manier gemonteerd.

E – Elektronische maatregelen: (KCB term is Elektrische maatregelen)

Daaronder vallen maatregelen als (beveiligings-) verlichting.

S –  Signalering:

Daaronder vallen alle alarmsystemen, zowel passief als actieve systemen.

C – Compartimentering:

Daarmee worden ruimtes bedoelt die bouwkundig zijn versterkt (stronghold) waardoor de aanvalstijd om binnen te komen wordt verlengt, zodat alarmopvolging een kans krijgt om op tijd te arriveren. Maar ook kluizen en brandkasten zijn voorbeelden van compartimenteren. Kluizen dienen dan wel conform de regelgeving te worden verankerd.

A – Alarmering en Alarm overdracht:

Het voorzien van een doormelding van het signaleringssysteem naar een alarmcentrale die deze melding kan verwerken. Dit kan om een inbraak-, brand-, overval- of zorgalarm gaan. Deze centrales worden PAC’s genoemd wat staat voor Particuliere Alarm Centrale.

R – Reactie (alarmopvolging):

Zonder actie geen reactie en andersom. Het betreft hier bedrijven die komen voorrijden als zich calamiteiten aandienen, zoals inbraak of een andere vorm van alarm. Deze bedrijven zijn veelal regionaal gevestigd en middels eigen surveillance  wagen komen zij ter plaatse. Zij kunnen ook als sleutelhouder functioneren en ook in uw afwezigheid reageren op alarmmeldingen.  Met name bij hoog risico objecten kan alarmopvolging verplicht worden gesteld.

Om inzicht te geven in de te treffen maatregelen hebben verzekeraars regels opgesteld die als leidraad zouden moeten gelden. Dit noemen we de Verbeterde Risicoklasse-indeling (VRKI)
Daarin staat beschreven welke maatregelen/-combinaties er mogelijk zijn om te komen tot een doelmatig pakket van inbraakpreventieve maatregelen. Natuurlijk is het dan wel zaak dan men zich daar aan zal houden. Zo moet het voor zowel burgers, het  bedrijfsleven als ook overheden en instellingen duidelijk zijn wat te doen.

Gebeurt dat ook?

Nee, de meeste beveiligingen bestaan maar uit 1 of 2 van de eerder genoemde maatregelen. Binnen de beveiligingswereld in ons land beperken de spelers zich veelal uitsluitend tot hun eigen specialisatie. Sloten bij de slotenmaker en elektronische signalering bij de alarm installateurs. Dat betekend dat er sprake is van het mode woord; deelcertificering.

In slechts 23% van alle gevallen waar beveiligd moet worden komt OBESCAR en de VKRI voor in  het beveiligingsplan. In minder dan 3 % worden alle maatregelen conform uitgevoerd. Alleen in gevallen van hogere risico’s wil men de regels nog wel volgen. Alles daaronder verloopt via een dynamisch proces, waarbij een verzekeraar eisen stelt, de financiële middelen er wel of niet zijn en in hoeverre de te verzekeren klant mee wil gaan in dit proces, of er voor kiest om een andere polis te kiezen met meer risico’s en uitsluitingen op de polis en zo de kosten voor een afdoende beveiliging voorkomt. Het zal mij toch niet gebeuren!