Home » Woning cooperaties » Testen gevel elementen ter plaatse

In de praktijk kan het voor komen dat bepaalde aanpassingen het nodige kosten, daar ontkom je niet aan. Maar ook vanuit de woningcorporatie kan er, door de daar aanwezige ervaring, een beveiligingsoplossing worden aangedragen die niet ‘uit de boekjes’ komt. In zo’n geval kan het Kennis Centrum Beveiliging ervoor zorgen dat er een test op locatie wordt uitgevoerd, om vast te stellen of de aanpassing op het gevelelement de minimaal vereiste inbraakvertraging kan realiseren. Op deze wijze kan er kostenbesparend worden gewerkt.
Onderstaand vindt u een aantal keuzeknoppen met daarnaast meer informatie over onderwerpen m.b.t. woning coöperaties.

Het Kennis Centrum Beveiliging kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat renovatieplannen worden beoordeeld op de aanwezigheid van inbraakpreventieve maatregelen. Een NRB-A erkend bedrijf toetst hiervoor de renovatieplannen en voorziet de klant van een rapportage, waarna de aannemer aan de slag kan. Hiertoe maakt men gebruik van de Nationale Richtlijn Beveiliging, een laagdrempelige regeling waarbij inbraakvertraging op de eerste plaats komt. Na realisatie kan er een NRB-kwaliteitsdocument worden afgegeven.
Maar er is meer! Ingeval van nieuwbouwplannen kan een NRB-A erkend bedrijf het Voorlopig Ontwerp (VO) toetsen op de realisatie van voldoende inbraakpreventieve maatregelen en zo nodig bijsturen. Samen kan er gezocht worden naar passende oplossingen.
Het Kennis Centrum Beveiliging voorziet in aangepaste regelgeving, zo kan er, óók als er geen verlichting bij de woningtoegangsdeuren aanwezig is en/of als zicht vanachter de voordeur ontbreekt, tóch een NRB-kwaliteitsdocument worden afgegeven.
Het Kennis Centrum Beveiliging denkt met de klant mee en zoekt altijd naar betaalbare oplossingen.
Voor het aanvragen van deze diensten kunt u gebruikmaken van het daartoe betreffende formulier.

Renovatieprojecten vragen om veel aandacht, op allerlei deelgebieden. Het Kennis Centrum Beveiliging kan ervoor zorgen dat er een nulmeting wordt uitgevoerd aangaande de aanwezige inbraakpreventieve maatregelen en daarbij aangeven wat er eventueel zou moeten worden aangepast om een bepaalde mate van inbraakvertraging te realiseren. Dit kan op woning- en gebouwniveau. Kortom alles waar de betreffende woningcorporatie verantwoordelijk voor is.

De technische dienst van een woningcorporatie weet als geen ander welk hang- en sluitwerk er in hun woningbestand aanwezig is. Vanuit diezelfde kennis weten zij ook dat aanpassingen soms noodzakelijk zijn om tot een inbraakvertraging te komen. Het kan echter ook zo zijn dat zij overtuigd zijn van een eigen oplossing, een ander slot, een andere combinatie van producten, waardoor zij menen de beoogde inbraakvertraging te kunnen bereiken. Het Kennis Centrum Beveiliging kan ook in die gevallen beoordelen en testen of dit tot het gewenste resultaat kan leiden.

Bij woningcoöperaties en/of vastgoedbeheerders of VvE’s praten we over ‘bulk-certificering’ waarmee projecten worden bedoeld van meer dan tien woningen. Nadat er door het KCB een schouwing heeft plaatsgevonden en er een PvA of PvE is gemaakt, kunnen de werkzaamheden worden uitgevoerd door een door de aanvrager gekozen bedrijf. Het spreekt voor zich dat een NRB-erkend bedrijf hiertoe het beste is ingericht. Na eindinspectie van de werkzaamheden en goedkeuring kan uit de onderstaande mogelijkheden worden gekozen.
Indien een woning volledig aan de gestelde inbraak vertragende eisen voldoet, kan er sprake zijn van afgifte van een NRB certificaat. Indien er voor gekozen is om de woning niet volledig te beveiligen, kan er een verklaring worden afgegeven, waaruit blijkt welke onderdelen wel zijn beveiligd. Besluit men om alleen de deur of een raam te beveiligen, dan kan er in dat geval voor gekozen worden om een opleveringsbewijs af te geven. Kortom, in alle gevallen kan er sprake zijn van afgifte van een kwaliteitsdocument, waarmee wordt aangetoond dat de betreffende woning, geheel of gedeeltelijk of dat slechts één gevelelement aan de gestelde eisen voldoet.
In de beveiligingswereld maakt men gebruik van de Verbeterde Risico Klasse Indeling (VRKI), een instrument waarmee snel kan worden vastgesteld welk risico een bepaalde woning loopt. De waarde van de attractiegoederen in de woning zijn daarin bepalend voor de mate van beveiliging. Het Kennis Centrum Beveiliging gebruikt de VRKI als richtlijn. Wij stellen daarbij wel dat de term Bk1 binnen de Nationale Richtlijn Beveiliging wordt uitgesloten. De minimale ondergrens is dus Bk2, zijnde drie minuten inbraak vertragend. Vallen woningen, door een hogere attractieve goederenwaarde in een hogere risicoklasse, dan kan ervoor gekozen worden om dan ook zwaardere maatregelen te treffen. Die keuze ligt geheel bij de klant, in dit geval de woningcorporatie. Het kan ook zijn dat de beheerder aangeeft zijn woning voorraad op een gelijk niveau te willen brengen of de bewoners zelf een keuze te laten maken uit meerdere pakketten.